Toespraak burgemeester Barbara de Reijke 4 mei

Op zaterdag 4 mei hield burgemeester Barbara de Reijke een toespraak bij het Burgemeester Klaarenbeekpark. Hieronder vindt u de tekst van de toespraak.

"Vandaag herdenken we.
Herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Herdenken we de slachtoffers die van de koloniale oorlog in Indonesië. En in de oorlogen en vredesmissies daarna.
En herdenken we burgers en militairen die waar dan ook ter wereld hierbij zijn omgekomen.
En in ons herdenken voelen we ons verbonden.
Verbonden, hier, met elkaar, zoals we in groten getale aanwezig zijn. En verbonden met de rest van Nederland met alle herdenkingen die nu over het hele land plaatsvinden.
 
We herdenken dus op 4 mei. Maar hoe doen we dat dan? Een vraag die de 4-5 mei comité’s over het hele land bezighoudt. De Tweede Wereldoorlog ligt bijna 80 jaar achter ons. Maar de Tweede Wereldoorlog werkt ook breder door. Zoals in de manier waarop we naar de wereld kijken. Waarop we ook nu naar oorlogen kijken. Waarop we naar mensenrechten kijken en landen waar onderdrukking plaatsvindt. En morgen, op 5 mei, vieren we dat wij in een democratie leven. Een land waar iedereen mag meedenken en meebeslissen. Maar waarbij ook ieders verantwoordelijkheid gevraagd wordt.
De mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt zijn steeds schaarser. En juist daarom is het belangrijk de verhalen te blijven bewaren. Verhalen waar we kracht uit kunnen putten. Saamhorigheid. Want juist in het herdenken kunnen we één zijn. Nadenken over de waarde van Nederland. De waarde van de democratie. En dat is ook het mooie van de gedichten van de kinderen die we eerder vandaag hebben gehoord. Dat ook zij zich inleven in de periode van oorlog en ons zo aan het denken zetten.
 
Vandaag herdenken we alle slachtoffers die zijn omgekomen sinds het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Slachtoffers zoals de verzetshelden. De Joden. De Sinti en de Roma. En de militairen die in oorlogssituaties of vredesmissies zijn omgekomen.
De gruwelijke en systematische moord op 6 miljoen joden staat centraal. In Nederland is een groter aandeel Joden vermoord dan in de rest van Europa. Mensen die gewoon een onderdeel waren van onze gemeente. Hier gewoon om de hoek woonden. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Met de kennis van nu lijkt het misschien makkelijk te oordelen over de handelingen van toen. Maar zijn we nu wel zo anders?
Er bestaat nog steeds antisemitisme, nu misschien wel meer dan ooit. Er is nog steeds oorlog. De angst van veel verschillende mensen om niet veilig te zijn. We hebben dan ook de plicht om na te gaan hoe we dit vertalen naar ons handelen nu. En bij onszelf te rade gaan. Letterlijk HER……denken.
 
Hier in het Burgemeester Klaarenbeekpark. Vernoemd naar de burgemeester die hier in Blaricum in oorlogstijd burgemeester was. De gemeenteraad was aan het begin van de oorlog ontbonden en de burgemeesters stonden voor de keuze om zo veel als mogelijk mee te werken of vervangen te worden door een NSB-burgemeester. Een groot dilemma. Veel burgemeesters in Nederland kozen ervoor om aan te blijven. En niet voor niets verwijst de term “burgemeester in oorlogstijd” naar iemand in een haast onmogelijke positie.
 
Herdenken kan ook door kritisch naar onszelf te kijken. 
De overheid heeft ook meegewerkt aan de maatregelen van de Duitse bezetter. Maatregelen die leidden tot de discriminatie, deportatie en uitroeiing van de Joden. Aan de ene kant is meewerken te rechtvaardigden door te zeggen dat ze het minste kwaad nastreefden. Er was angst dat verzet en sabotage meer rampzalige gevolgen zou hebben dan medewerking. Bovendien, was de redenering, de Duitsers waren toch niet tegen te houden, dus kon men zich beter richten op het vertragen van maatregelen en beschermen van de meerderheid van de bevolking. 
 
Recent heb ik de serie gezien over De Joodse Raad. Een zeer indrukwekkend verhaal wat je na doet denken over wat is goed en wat is fout. Achteraf misschien makkelijk oordelen maar op dat moment en in die situatie? Je weet het niet. En hoever ga je om je gezin te beschermen? 
Wist u dat één van de personages uit die serie, uit Blaricum afkomstig was? Mevrouw Van Thijn woonde voor de oorlog nog in Blaricum, hier vlakbij op de Naarderweg. Het Houten Huis noemde ze het. Ze ging elke dag met de auto op en neer naar Amsterdam voor haar werk bij de Joodsche raad. Totdat dat niet meer kon omdat de Duitsers alle auto’s van Joden hadden ingevorderd en ze daardoor gedwongen werd om naar Amsterdam te verhuizen.
 
De eerste herdenkingen startten al in 1945. We zijn snel begonnen met de wederopbouw. De blik was gericht op de toekomst. De herdenking kreeg vorm door de slachtoffers in algemene zin te herdenken en te vieren dat Nederland niet langer bezet was. Nederland wilde zichzelf graag zien als een land wat slachtoffer was geworden van de boze machten in de wereld. Maar was de oorlog wel ten einde op 5 mei 1945? Tegenover de vreugde stond een groot verdriet. De schade die was aangericht was ook niet direct ten einde. Groepen mensen moesten hun plek in de maatschappij weer vinden. 
Men had geleerd dat geweld als een middel tot een goed doel gezien kon worden, om het kwaad te overwinnen. Jonge mannen werden opgeroepen om te vechten in Indonesië. Voor hen hield de oorlog niet op. De gewapende strijd om herstel van het Nederlandse gezag ging door.
En toen ze terugkwamen werden ze geconfronteerd met een wereld die graag door wilde gaan. En met hen kwamen ook Molukse militairen terug die voor Nederland gevochten hadden. Ze kwamen in een heel andere wereld waar weinig aandacht voor hen was.
Ook de teruggekeerde Joden werden geconfronteerd met een wereld die heel anders was dan die ze achtergelaten hadden. Familie en vrienden waren vermoord. Hun huizen en andere bezittingen waren vervreemd en ze verkeerden in een staat van onthechting. Ze kregen ozb-aanslagen voor de jaren dat ze in de concentratiekampen hadden gezeten. 
Het voormalig verzet en de politie pakten meer dan 100.000 Nederlanders op die van collaboratie werden verdacht en sloten ze op in interneringskampen. Vaak moesten ze jarenlang wachten op een eerlijk proces.
Ook de periode na de oorlog werd treffend neergezet in de serie ‘De Joodse Raad’.
 
Hoe we met onze medeburgers toen omgingen verbindt het oorlogsverleden onvermijdelijk met de wereld van vandaag, waarin schending van ethische normen, discriminatie, oorlogsgeweld, terreur en schending van internationaal recht nog steeds aan de orde van de dag zijn.
 
Herdenken is dus niet alleen een ritueel. De wereld is niet zwart-wit. Laten we er ook bij stilstaan dat er niet altijd sprake is van goed of fout. En dat oorlog en mensenrechtenschendingen niet alleen iets van bijna 80 jaar geleden is. Alleen als we dat beseffen kunnen we ons eigen handelen onder de loep nemen. Verdraagzaamheid en respect voor andere meningen opbrengen. Ons inzetten voor mensen die ook nu nog voor oorlog en onverdraagzaamheid vluchten. En dat komt straks heel dichtbij, met 250 asielzoekers met een verblijfsvergunning die hier opgevangen gaan worden in het voormalig ziekenhuis.
 
Dus laten we vandaag dus niet alleen daden van verzet herdenken, maar laten we ook reflecteren zonder een oordeel te vellen en leren van het verleden. Laten we ons verbinden in onze inzet voor een wereld waarin vrede, vrijheid en gerechtigheid vooropstaan. 
En laten we nooit vergeten dat we de verantwoordelijkheid hebben om ons handelen onder de loep te blijven houden en ons daarmee in te zetten voor een betere toekomst."